Gisteren hebben we South Georgia achter ons gelaten, op weg naar nieuwe eilanden. Ons volgende doel is Gough, op ruim vier dagen varen. Het wordt licht om een uur of half zeven en de eerste vogelaars staan dan al aan dek. Tot groot ongeloof van de meeste niet-vogelaars overigens, die maar niet kunnen begrijpen waarom we niet in ons bed blijven liggen.
Het is zo goed als windstil, de wind waait minder dan 10 kilometer per uur, ook geen alledaags verschijnsel in dit deel van de wereld. Voor de vogels, zeker de albatrossen is dat niet goed, zij hebben wat meer wind nodig om te vliegen. Waar het wel goed voor is, is voor walvissen. Door de vlakke zee zijn de blows beter te zien, nu niet meer alleen van de grotere walvissen, maar ook van de kleinere, en zeldzamere spitssnuitdolfijnen (beaked whales).
We beginnen goed met een aantal Zuidelijke Butskoppen (Southern Bottlenose Whale), gevolgd door een nieuwe soort voor iedereen, Gray’s Beaked Whale. Tussendoor pikken we ook nog wat vogels op overigens, met Grey Petrel en Donsstormvogel als nieuwe tripsoorten en Kerguelen Petrel, Black-bellied Storm-Petrel en flink wat Koningspinguins als oude bekenden.
Het hoogtepunt van de dag komt een half uur voor lunch. In de verte worden wat blows gezien van grotere walvissen, ofwel Vinvissen ofwel Blauwe Vinvissen. De blows liggen niet op onze koers, dus de kapitein wordt door de derde stuurman gebeld om even te komen kijken en toestemming te geven om de koers te verleggen. Zoals we al eerder hadden gemerkt, is deze kapitein zeer pro-walviskijken, en de toestemming werd dan ook snel verleend.
Een dik half uur later waren we in de buurt. Het bleken vier Vinvissen te zijn. Op 200 meter kwamen ze boven, op 100 meter, op 50 meter en toen waren ze weg. Leuk, maar niet heel bijzonder. Op het moment dat we de hoop op meer hadden opgegeven, kwam er één boven. Op 5(!) meter naast het schip. Nummer twee kwam op vier meter boven, gevolgd door de andere twee. Meer dan een uur heeft het schip stilgelegen, waarbij de walvissen keer op keer naar ons toekwamen. Dit zijn waarschijnlijk de grootste speelmaatjes die ik ooit gehad heb, maar spelen met ons deden ze.
Er zijn prachtige foto’s en video’s gemaakt van de Vinvissen die voor de boeg onder water zwemmen, waarbij ze goed te volgen zijn door hun spierwitte rechterkaak (de linkerkaak is vreemd genoeg grijzig, net als de walvis zelf). Omdat hun kaak zo goed te zien was in het heldere water en ze niet aan het fourageren, maar aan het spelen waren rond de boot, was goed te zien waar ze zwommen en waar ze boven zouden komen. Op enkele video’s zie je de walvissen onder de boot door zwemmen, langzaam boven komen en één voor één blazend uit te ademen.
Zelfs de kapitein met 14 Antarctische seizoenen en de expeditieleider met meer dan 150 expeditiecruises op zijn naam en vele duizenden walvissenwaarnemingen waren onder de indruk en vonden dit tot hun mooiste waarnemingen horen.
Een ruim uur later voeren we verder, volledig onder de indruk van wat we hadden gezien. De waarnemingen van Broad-billed Prion, meer Zuidelijke Butskoppen en Gray’s Beaked Whales konden daar, hoe mooi ook, niet aan tippen…
Vanaf de Plancius, 30º36” Westerlengte, 52º02” Zuiderbreedte,
Pieter van der Luit
Zelf mee met de Atlantic Odyssey? Kijk hier voor meer informatie.
Liever een vogelcruise dichterbij huis? Kijk dan naar de North Atlantic Odyssey.
Of liever een vogelcruise met miljoenen vogels? Kijk dan naar Birding the Russian Far East.
Vorige blogentry – volgende blogentry