Maandag 2 mei
We volgen nog steeds de rand van het Continentaal Plat als de zon opkomt. Gisteren hebben we in de buurt van de Banc d’Arguin de sweet spot geraakt, daar zat alles en nog in grote aantallen ook. Vandaag ligt de rand van het CP iets verder van de kust waardoor we een aantal soorten dat vooral dichtbij de kust blijft missen, maar ook lijkt er gewoon wat minder voedsel in het water te zitten, waardoor er wat minder vogels vliegen dan gisteren. Het kernpunt van het foerageren ligt ogenschijnlijk bij de Banc d’Arguin, een plek waarvan al langer bekend is hoe belangrijk het voor onze trekvogels is.
Om op tijd in Madeira aan te komen en onderweg ook nog enkele potentiële hoogtepunten aan te doen, moeten er keuzes gemaakt worden: blijven de rand van het CP volgen, of laten we de rand achter ons en draaien we de diepzee op? Als we de rand blijven volgen is de kans op vogels en zoogdieren groter, maar dan missen we de doorgang tussen de Canarische Eilanden, in potentie ook een zeer goed gebied voor walvissen en dolfijnen. Samen met de expeditieleider en Natuurpuntgids Peter Symens besluiten we om de diepzee op te gaan.
Een lastige keuze, want de diepzee staat nu niet bekend als het beste gebied om soorten te zien. Dit geldt zowel voor vogels als voor zeezoogdieren, precies de twee soortgroepen die het hoogst op ons lijstje staan. Keuzes moeten echter gemaakt worden en kiezen is per definitie verliezen.
Of toch niet?
In de middag sprokkelen we toch een onverwacht grote lijst met zeezoogdieren bij elkaar. Het begint met een enorme groep Indische Grienden, waarin een pas geboren jong gefotografeerd wordt. Rond de grienden zwemmen tientallen Tuimelaars die ons vermaken met hun capriolen. De grienden zijn met het pasgeboren jong in hun midden echter niet zo gecharmeerd van de brutale Tuimelaars, en één van de mannetjes laat dat duidelijk blijken door continu keihard met zijn staart op het water te slaan in een poging de Tuimelaars bij het jong weg te houden. Een kleiner groepje Atlantische Gevlekte Dolfijnen complementeert onze topervaring.
Later in de middag zullen we nog zo’n grote groep vinden, ook weer met de andere twee soorten ertussen. De teller zal aan het einde van de dag op maar liefst 8(!) soorten zeezoogdieren staan, waarvan de meeste soorten ook nog belachelijk goed zien, tot op een metertje van het schip, meezwemmend met het schip, uit het water springend en ons over het algemeen goed vermakend. De vogelwaarnemingen zijn iets beperkter, maar ook daarvoor hoeven we ons bepaald niet te schamen met 4 soorten stormvogeltjes, 3 soorten pijlstormvogels, wat sterns en jagers en toch ook nog weer een paar Roodsnavelkeerkringvogels.
De drie soorten schilpadden (Groene Zeeschildpad, Dikkopschildpad en Karetschildpad) en een aantal Maanvissen (Mola mola) dragen ook bij aan deze absolute topdag.
Aan boord van deze reis reist ook Willem weer mee. Voor de trouwe lezers van het blog is Willem een bekende verschijning. Willem is een soort van ziek, maar wij hebben allemaal wel plezier van zijn ziekte, Willem is namelijk chronisch besmet met het reisvirus. Willem wil reizen, en veel ook. Dat is overigens niet het enige waar Willem ons mee pleziert. Onderweg doet Willem regelmatig opvallende voorspellingen over soorten die we volgens hem gaan tegenkomen.
Lees er voor een aantal van Willems voorspellingen het blog van de Atlantic Odyssey 2013 (Willems walvissendag) of het blog van Birding Down Under (De zuydelicke Hille) maar eens op na.
Voor deze reis is de voorspelling van Willem dat we een Noordkaper gaan vinden, een hoog-arctische soort die in deze tijd van het jaar voor de kust van Groenland hoort te zitten. Belachelijk natuurlijk zo’n voorspelling, maar ja, als Willem het zegt, ga je dat toch niet hardop zeggen. Zeker niet als blijkt dat we vandaag een andere hoog-arctische soort in deze tropische wateren zijn tegengekomen. Een paar Butskoppen, een soort die we normaal tijdens de North Atlantic Odyssey vaak in de buurt van Jan Mayen tegenkomen, liet zich vandaag zien en fotograferen. Een vergissing van Willem, of de opmaat voor die Noordkaper die we morgen of overmorgen langszij gaan vinden?
Vanaf de diepzee ten zuiden van de Canarische Eilanden,
Pieter van der Luit
Vorige blogentry – volgende blogentry