Zeven weken weg, het laatste continent en droomsoorten
Na bijna tweeëneenhalf jaar wachten vertrekken we over een week naar Argentinië, de Zuidpool en de Atlantic Odyssey!
‘We’ zijn in dit geval de zeven vrienden die besloten voorafgaand aan de Atlantic Odyssey (van Ushuaia, Argentinië, via o.a. de Zuidpool, South Georgia en Tristan da Cunha naar de Kaapverden (zie Atlantic_odyssey_2012) twee weken te gaan vogelen in Zuid-Argentinië: Wesley Overman, Kasper Hendriks, ikzelf, Bertus de Lange, Paul Schrijvershof, Frank van Duivenvoorde en Marijke Roos. (Na de twee eerste weken sluiten nog vijf anderen aan, waarover later meer.)
Tweeëneenhalf jaar wachten, omdat toen ik (tamelijk gek van zeevogels) in 2010 besloot meteen maar beide Odysseys te gaan doen. Door de reder werd aangegeven dat 2011 het laatste jaar was waarin de West Pacific Odyssey zou worden georganiseerd en de Atlantic Odyssey moest daarmee wachten tot 2012. Inmiddels ben ik met veel plezier, en veel gave zeevogels, walvissen, dolfijnen en vliegende vissen van Nieuw-Zeeland naar Japan gevaren; nu wacht dus de trip van Argentinië naar de Kaapverden.
Waarom de Atlantic Odyssey? Iedereen die overweegt om deze epische tocht te doen heeft daar zijn eigen beweegredenen voor. Ik verwacht dat anderen die van hun zullen geven in de komende blogs; hier volgen alvast die van mij:
Ruim twee jaar geleden zag ik uit naar vogelen op het laatste continent, het bezoeken van Tristan da Cunha, waar ik bijna twintig jaar geleden een aandoenlijke reportage van Boudewijn Büch van zag, het zien van veel walvissen en twee van mijn meest-gewilde soorten: Light-mantled Sooty Albatross (Phoebetria palpebrata) en Snow Petrel (Pagodroma nivea). Inmiddels zijn daar veel meer beweegredenen bijgekomen, niet in het minst door de schitterende foto’s die Menno van Duijn maakte toen hij vorig jaar deze tocht ondernam (zie mvdphoto.com/Atlantic-Odyssey/). Zo zie ik nu voornamelijk uit naar de ongerepte schoonheid van South Georgia en naar de prachtige ijsbergen, sommige sneeuwwit, sommige groenig, sommige blauw zoals je nergens anders ziet.
Maar ook naar enkele niet-eens-zo-heel-zeldzame, maar wel bijzondere zeevogels, zoals de Kerguelen Petrel (Lugensa brevirostris), die de meest hoge bogen en acrobatische toeren van alle zeevogels uithaalt. En zit ik me onderhand af te vragen of toch niet de geheel roetbruine Sooty Albatross (Phoebetria fusca), stiekem toch de mooiste is?
En, ook niet onbelangrijk, verheug ik me op de breathtaking scenery van de Perito Moreno gletsjer en Cabo Virgenes in Argentinië, op rondlopen in een kolonie van een kwart miljoen Koningspinguins (Aptenodytes patagonicus) en op de aparte en in sommige gevallen (helaas) zeer zeldzame soorten die onze pretrip naar Zuid-Argentinië hopelijk oplevert…
Volgende week vliegen we van Amsterdam naar Rome, en van daaruit naar Buenos Aires. In de hoofdstad van Argentinië gaan we bijna een hele dag vogelen in een stadspark genaamd Costanera Sur. De volgende ochtend zeer vroeg vliegen we door naar El Calefate in Zuid-Argentinië, waar een gids op ons wacht om ons mee te nemen naar een afgelegen gebied op zoek naar de drie toppers van deze regio, elk om hun eigen reden heel bijzonder: de Holy Grebe, de Magic Plover en de Austral Grail [vrij naar: André van Kleunen, Roland van der Vliet en Arnout Linckens].
De Holy Grebe (Hooded Grebe - Podiceps gallardoi) is een schitterend klein fuutje dat eerst in 1974 werd ontdekt en waarmee het tegenwoordig enorm slecht gaat. De redenen daarvoor zijn zo divers dat het tij haast niet te keren lijkt (zie www.surfbirds.com). De hele wereldpopulatie, nu misschien al minder dan 1000 vogels, tracht zich voort te planten op het Zuid-Argentijnse Strobel Plateau, waar we behalve de fuut ook de Elegant-crested Tinamou (Eudromia elegans), Lesser Rhea (Rhea pennata), Andean Condor (Vultur gryphus) en een hele serie eenden, zwanen en ganzen proberen te zien.
De aantrekkingskracht van de Magic Plover (Magellanic Plover – Pluvianellus socialis) zit ‘m erin dat het een unieke soort is en daarom een aparte vogelfamilie vormt; samen met de Sheathbill (Chionis alba), de vogel met de mooie Nederlandse naam Zuidpoolkip, de enige nieuwe familie waar ik deze reis kans kans op heb.
Na het bereiken van de grens van de 5000 soorten (de helft van alle soorten op aarde), vorig jaar op de West Pacific Odyssey (zie www.ineziatours.nl/blog/2011-47-pacific-odyssey-dag-37-38-en-39), is het zien van alle c. 230 vogelfamilies nu een nevendoel van mijn wereldreizen geworden – met na de twee genoemde nog slechts 14 te gaan. De Magellanic Plover is daarnaast nog een heel apart, kort-roze-potig steltloperje met een voorliefde voor ijskoude, hoog gelegen gedeelten van de zuidelijke Andes, één van de fraaiste gebieden op aarde.
De Austral Grail (Austral Rail – Rallus antarcticus) is een relatief saaie en niet eens zo heel zeldzame soort, die niettemin een magische klank heeft bij vogelaars omdat hij voor zijn herontdekking in 1998 slechts een handvol keren was gezien sinds 1900. Vlak bij onze overnachtingsplek op het Strobel Plateau zijn enkele rietmoerasjes waar we een kans maken om deze soort te zien; hoewel voor menigeen de Many-coloured Rush-Tyrant (Tachuris rubrigastra), een klein maar bijzonder kleurig vliegenvangertje aldaar een gewenstere soort zal zijn.
Na een poging op voornoemde doelsoorten op het Strobel Plateau rijden we door naar El Chalten, op zoek naar de Black-throated Huet-huet (Pteroptochos tarnii), een bijzonder fraaie en doorgaans ook letterlijk handtamme bosvogel; de Magellanic Woodpecker (Campephilus magellanicus), een enorme zwarte specht met felrode kop en kuif, wereldberoemd onder vogelaars als de soort die van ver komt aanvliegen als sir David Attenborough in Patagonië met een kiezel op een boom de voor een Campephilus kenmerkende double-knock laat horen [een aanrader, zie www.bbc.co.uk) en de Torrent Duck (Merganetta armata- in het Nederlands Bergbeekeend), een weergaloze eendensoort gespecialiseerd in snelstromende Andesbeken waarvan de man prachtig gestroomlijnd zwart-met-wit is, en de vrouw grijs-met-oranje. Zeker één van de 20 gaafste soorten die ik ooit zag, en eentje waarvan ik nooit moe word.
Al met al dus uitzicht op een enerverende eerste week van de reis…..
Remco Hofland
Zelf mee met de Atlantic Odyssey? Kijk hier voor meer informatie.