Na de fantastische dag van gisteren hebben we vandaag weer de hoofdprijs, nog een dag op Macka. De Australische rangers hebben bij ons aan boord geslapen en nemen ons in de ochtend mee op een zodiaccruise langs de grootste kolonie Koningspinguïns van het eiland: ongeveer 250.000 vogels. We mogen hier niet aan land om de broedende vogels niet te verstoren, maar per zodiac kunnen we tot ongeveer 50 meter voor de kust komen, nog steeds een prettige afstand om de kolonie in alle facetten op te nemen. Het nasale effect slaan we daarbij overigens zeker niet over, dat zou ook niet kunnen, want die vogels stinken letterlijk in uur in de wind.
Ook de plaatselijke Orka-groep is er weer, jagend op pinguïns en jonge zeeolifanten, kortom de ochtend is er één van bijzonder veel moois. De middag doet daar overigens niet veel voor onder, want ook deze middag mogen we los van de lijn, vrij te doen en laten wat we willen (mits we de dieren niet verstoren) op het strand.
Macquarie Island heeft ongeveer 10 dagen met een beetje zon per jaar. Hadden wij gisteren al enorme mats met zon, doen we dat vandaag dunnetjes over met nog meer zon. Die arme gasten hebben volgende week al hun zon voor de rest van het jaar verbruikt….
De middag vult zich snel met fotograferen en video-en van Brown Skuas, Schlegel’s Pinguïns, Koningspinguïns, Light-mantled Sooty Albatrosses en Zeeolifanten.
De Zeeolifanten zijn er in bijna alle maten; alleen de allergrootste mannetjes, de beachmasters, ontbreken, maar de dieren die hier dicht tegenaan zitten en misschien volgend jaar de beachmaster al gaan uitdagen zijn er wel, 5 meter blubber met een slurf eraan en onwaarschijnlijk imposant als je erbij in de buurt komt. Je kijkt wel uit om binnen 10 meter te geraken. Niet alleen is het dier zelf ontzagwekkend, de walm die uit z’n bek kom t is ook sterk genoeg om als chemische oorlogvoering te worden aangemerkt.
De allerkleinste Zeeolifantjes (toch nog altijd meer dan een meter lang en waarschijnlijk zomaar 150 kilo blubber en vet) zijn pas net door hun moeder de deur gewezen. Stel je voor: je komt ergens in de middel of nowhere op een door alles en iedereen verlaten strand ter wereld, in de kou en het enige wat je hier doorheen helpt is je moeder en haar warme melk. Het moment dat je moeder dan geen zin meer heeft in tepelkloven en je resoluut de deur wijst, komt dan wel stevig aan. De beestjes zijn nu dan dus ook nog zoekende. Zoekende naar geborgenheid. Vooral de dames die op het strand gaan zitten merken soms op dat na een kwartiertje of zo zo’n 150 kilo zware wurm tegen ze aan komt kruipen en gewoon lekker gaat liggen. Geen onverhoedse bewegingen dan gaat het goed, en een beetje krabben vinden ze best fijn, zolang je tenminste niet aan hun staart komt.
De mannen die op het strand zitten krijgen opmerkelijk genoeg minder vaak bezoek van de dieren. Toeval of niet? Ik weet het niet. Zelf heb ik “gebruik” mogen maken van één van de jonkies van een surrogaatmoeder. Rustig naast haar gaan zitten en krabben maar. Het dier vond het geweldig en en voor mij was de ervaring niet minder plezierig, ze hebben een enorm zachte en dichte vacht.
Toch is het verstandig ze na een paar minuten weer te verlaten. De stank van die dieren, zelfs de jonge, zal nog wel even blijven hangen ben ik bang….
Vanuit Macquarie Island,
Pieter van der Luit
Zelf mee naar dit deel van de wereld in 2015? klik hier voor meer informatie.
Of liever een vogelcruise op het zuidelijk halfrond? Kijk dan naar de Atlantic Odyssey.