Op weg van Australië naar Nieuw Zeeland, van Macquarie Island naar Auckland Island. Een dag zonder land in de buurt, een dag op zee dus. Dit deel van de wereld heeft nogal een reputatie op het gebied van ruige zeeën. Nu zijn wij als Hollanders en Belgen natuurlijk niet voor een kleintje vervaard, onze Noordzee staat immers ook bekend als een ruig water, vooral in het najaar, maar de zee hier is toch wel de overtreffende trap van ruige zee.
In het westen, waar de wind meestal vandaan komt, is het eerste stuk land op deze hoogte Argentinië, de halve aardbol de andere kant op. Als de wind dan een keer uit het oosten waait, is het dichtstbijzijnde stuk land Chili en vanuit het zuiden is Antarctica het dichtste bij. Allemaal flinke grote stukken water tussen ons en het dichtstbijzijnde stuk land dus, en daarmee ook allemaal flinke lappen afstand waar de wind geen enkel obstakel zal treffen om af te zwakken, sterker nog, over het algemeen zal de wind de zee alleen maar meer opstuwen voordat ze bij ons komt. In het kort: het kan hier nogal spoken.
De expeditieleider was nogal zenuwachtig voor wat we hier zouden aantreffen, maar vooralsnog gaat het bovengemiddeld goed. Het water is dan misschien niet helemaal zo glad als een spiegel, erg veel scheelt dat ook niet. Goede omstandigheden om naar zeezoogdieren te kijken dus, want als er geen golven zijn, zie je ze eerder aan het wateroppervlak verschijnen dan midden in de golven.
Vanaf het ontbijt hebben we (zowel de Nederlandse groep als de andere passagiers) aan dek gestaan, op zoek naar wat ons pad kruist. Weinig wind betekent vaak ook weinig vogels, maar met White-capped Albatross, Black-bellied Storm Petrel, Grey-backed Storm Petrel, Mottled Petrel, Antarctic Prion en veel White-headed Petrels hebben we zeker niet te klagen vandaag.
Ook op het gebied van zeezoogdieren doen we het goed overigens. Na een aarzelende start met een verre groep dolfijnen die na veel kijken Zandloperdolfijnen bleken te zijn, kwam een Dwergvinvis, meer Zandloperdolfijnen, wat ongeïdentificeerde dieren en een groep grotere walvissachtigen. In het begin vrij ver weg, maar allengs dichterbij komend bleek het om Zuidelijke Butskoppen te gaan, een soort die zich niet altijd even makkelijk of goed laat zien. Ook op het Noordelijk Halfrond hebben we Butskoppen, met de prachtige oud-nederlandse naam Hille. De titel van het blog kan dan vandaag natuurlijk niet anders zijn dan een herinnering aan een zwarte periode in ons geschiedenis, uit de tijd van de walvisjagers, de tijd dat een Butskop gewoon nog een Hille was.
Vanuit de Zuidelijke Oceaan,
Pieter van der Luit
Zelf mee naar dit deel van de wereld in 2015? klik hier voor meer informatie.
Of liever een vogelcruise op het zuidelijk halfrond? Kijk dan naar de Atlantic Odyssey.